Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen werd de tabernakel afgenomen, en de zonen van Gerson, en de zonen van Merari [24]togen op, dragende den tabernakel. 24. Dezen vertrokken straks na de banier der kinderen van Juda, opdat zij ondertussen den tabernakel zouden oprichten, tegen dat de Kohathieten zouden komen, die het heiligdom of de heilige vaten met het lijf moesten dragen. Zie vs.21.